Richting Pasen – tekst Ds. Sander van ‘t Zand
Vanaf Aswoensdag, 22 februari, is in de kerk de kleur weer paars. Paars is de kleur van de voorbereiding. Die kleur blijft tot Pasen, uitgezonderd Witte Donderdag.
Aswoensdag
Lezingen: Joël 2:12-19 en Mattheus 6:1-6.16-21
Aswoensdag kennen we in de Protestantse Kerken eigenlijk nauwelijks. Het markeert het begin van de Vastentijd. Die eerste lezing uit Joël 2 begint prachtig:
12Nu dan – spreekt de HEER –, keer terug tot Mij met heel je hart, door te vasten, te treuren en te rouwen. 13Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart. Keer terug tot de HEER, jullie God, want Hij is genadig en liefdevol, geduldig en trouw, en bereid het onheil af te wenden.
Woorden voor als je zou willen vasten. En aan het begin van de Vastentijd bestrooi je je dan met as. De as onderstreept dat het een zaak is van leven en dood. Want as laat ons iets zien van de vergankelijkheid van het leven. Tegelijk is as ook een teken van nieuw leven. Sterven, zodat het nieuwe leven kan ontstaan.
En dat bekeren, dat omkeren is niet iets om op de lange baan te schuiven. Er zit haast bij. Het is belangrijk. Omkeren is niet voor ooit en later. Het is voor nu, voor dit moment. De tijd dringt!
En het vasten bij Jezus, in Mattheus 6 staat vooral in het teken van het doen van gerechtigheid. En dat doen van gerechtigheid, dat gaat hier om drie onderdelen: aalmoezen geven, bidden en vasten. En wees je er van bewust dat het niet om de buitenkant gaat, maar om de binnenkant. Mattheus gebruikt in het Grieks het woord hupokritai. We kennen het in ons woord hypocriet, ofwel schijnheilig.
Joël en Jezus roepen ons allebei op om jezelf te laten zien, maar dan wel zonder opsmuk, zonder maskers, geen theatraal gedoe.
Aswoensdag gaat niet over onze maakbaarheid, maar vooral over onze kwetsbaarheid.
Wij kennen gek genoeg de vastentijd niet meer. In de Evangelische Kirche in Duitsland heeft men geprobeerd er weer iets van terug te krijgen onder het motto ‘SiebenWochenohne’. Willen wij in deze 7 weken ook iets laten staan?
1 e Paasdag, 9 april
Lezingen: Johannes 20:1-18 en 1 Petrus 1:1-12
Op 1 e Paasdag natuurlijk het verhaal van de opstanding, uit Johannes. Maar daarnaast begint in de Paastijd ook een reeks alternatieve lezingen uit 1 Petrus.
“ 3Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven.”
Deze brief is een soort van paascatechese. En die lezing uit de Petrusbrief van 1 e Paasdag eindigt met de opmerking dat het gaat over geheimen waarin zelfs de engelen graag zouden doordringen.
Opmerkelijk dat engelen door de Bijbel heen zo’n belangrijke rol spelen en in ons kerkelijk leven nauwelijks of niet.
In ieder geval in het Paasevangelie spelen de engelen zo’n belangrijke rol.
Ds. Hans Stolp heeft er veel over geschreven. Het schijnt dat kinderen nog wel eens iets van engelen kunnen ervaren, maar volwassenen ervaren het nauwelijks meer. Toch kan het wel, gezien de ervaringsverhalen in de boeken van Hans Stolp.
Pasen, het feest van de opstanding.
En ooit schreef iemand er over met de woorden: ‘Jezus is pas echt opgestaan, wanneer Hij mag opstaan in jouw en mijn hart’.
Dat is niet een uit het hoofdgeleerde les. Dat is doorleefd in ons hart.